Rechtspraak

De uitkomsten van “Hoe Lang Werkloos?” worden steeds vaker door rechters gebruikt om de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag vast te stellen. In de volgende gepubliceerde zaken wordt onder andere naar de berekeningsmethode van “Hoe Lang Werkloos?” verwezen:

Kantonrechter Utrecht, 11 februari 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:605

In deze zaak heeft de kantonrechter te Utrecht de vordering van werknemer op basis van kennelijk onredelijk ontslag afgewezen. Werknemer is 54 jaar oud. Hij heeft een dienstverband van ongeveer acht jaar als zijn werkgever, een klein loodgietersbedrijf, zijn arbeidsovereenkomst opzegt wegens een slechte financiële situatie. De werknemer meent dat de opzegging kennelijk onredelijk is, omdat de werkgever passend werk voorhanden zou hebben, hem onvoldoende ondersteund zou hebben bij het vinden van ander werk, geen scholing zou hebben aangeboden en ook niet zijn netwerk beschikbaar zou hebben gesteld om een nieuwe baan te vinden. De werknemer onderbouwt zijn schade met een berekening van “Hoe lang werkloos?” en verhoogt de uitkomst met een percentage van 25%. De werkgever stelt zich kort gezegd op het standpunt dat geen passende arbeid voorhanden is en dat werknemer zelf zich bepaald niet actief heeft opgesteld ten aanzien van scholing en het vinden van ander werk. De kantonrechter wijst de vordering af en weegt in zijn beoordeling zwaar mee dat de werknemer zelf de laatste twee maanden van zijn dienstverband geen sollicitatieactiviteiten heeft verricht: “Gelet op alle omstandigheden van het geval (een dienstverband van 8 jaar, de leeftijd van [eiser] van 54 jaar, de opstelling van Rudon respectievelijk [eiser] zoals die uit het voorgaande blijkt, de maand extra opzegtermijn en de omstandigheid dat [eiser] zelf de laatste 2 maanden voor het ontslag geen sollicitatieactiviteiten heeft verricht) is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is.” De kantonrechter komt dan ook niet toe aan bespreking van de schadevergoeding. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Kantonrechter Utrecht, 4 februari 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:1625

De kantonrechter gebruikt in deze zaak, waarin de kennelijk onredelijke opzegging van een 62-jarige directeur centraal staat, de op deze site berekende kans op het vinden van ander betaald werk (ro. 4.25):   “Illustratief in dit verband is dat beide partijen wijzen op de uitkomsten van de website www.hoelangwerkloos.nl, waarin wordt aangegeven dat de kans op uitstroom uit de WW zeer gering is. Dat maakt dat op het moment van ontslag een lange periode van werkloosheid met een teruggang in inkomen als voorzienbaar gevolg meegewogen moet worden. De kantonrechter kent daarmee dus betekenis toe aan de berekende kans op het vinden van ander betaald werk”. De verwachte werkloosheidsduur voor de situatie van “Uitstroom” naar baan wordt niet gebruikt, nu deze voor een oudere werknemer een vertekend beeld geeft, doordat de tool is gebaseerd op historische data van 2003 tot en met 2012 en in die tijd nog veel gebruik werd gemaakt van vervroegde uittredingsmogelijkheden. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak, waarbij de inleiding bij de uitspraak enige nuancering behoeft.

Rechtbank Gelderland, 23 januari 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:399

In deze zaak heeft de kantonrechter geoordeeld dat de opzegging van de werknemer wegens bedrijfseconomische redenen kennelijk onredelijk is. De werkgever heeft het afspiegelingsbeginsel niet toegepast, omdat hij van mening was dat de woonplaats van de werknemer (chauffeur) een zelfstandige bedrijfsvestiging was en hij de enige werknemer van deze “vestiging” was. Dit is volgens de kantonrechter onjuist. Onder een bedrijfsvestiging moet volgens het Ontslagbesluit worden verstaan: “Elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband”. Daarbij moet je naar externe (bijvoorbeeld registratie in de KvK)  en interne (bijvoorbeeld aparte rechtspersoon) kenmerken van de vestiging kijken. De kantonrechter loopt een lijstje af met kenmerken en komt tot het oordeel dat niet van een zelfstandig opererende bedrijfsvestiging kan worden gesproken. Dit leidt tot de conclusie dat de werkgever via het afspiegelingsbeginsel had moeten bepalen wie van de vesting te Nijmegen voor ontslag in aanmerking zou worden gebracht. Nu de werkgever dit niet heeft gedaan, is het ontslag volgens de kantonrechter kennelijk onredelijk.

De kantonrechter kent de werknemer vervolgens een schadevergoeding toe, die is gebaseerd op de berekening van “Hoe Lang Werkloos?”: “De kantonrechter heeft daarbij als uitgangspunt gehanteerd het aantal dagen van fictieve werkloosheid op grond van hoelangwerkloos.nl (392), zijnde de duur van de te verwachten werkloosheid op het moment van de kennelijk onredelijke opzegging, het door het UWV gehanteerde dagloon (€ 124,47) en de door [eisende partij] in dat geval ontvangen uitkering. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit bedrag in overeenstemming met de aard en ernst van de het tekortschieten van [gedaagde partij] in haar verplichting om te handelen als goed werkgever, met name nu de functie van [eisende partij] ten onrechte niet is afgespiegeld en vast staat dat [eisende partij] hierdoor schade heeft geleden. De wettelijke rente zal worden toegewezen als gevorderd.” Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Kantonrechter Maastricht, 10 december 2014, ECLI:NL:RBLIM:2014:10769

De kantonrechter heeft in deze uitspraak beslist dat sprake is van kennelijk onredelijk ontslag, omdat de werkgever zich volgens de kantonrechter te weinig als goed werkgever heeft gedragen bij de opzegging op basis van bedrijfseconomische redenen. De kantonrechter komt tot dit oordeel door weging van de volgende omstandigheden:

  • Opzegging ligt in de risicosfeer van werkgever en de werkgever heeft de bedrijfseconomische noodzaak voldoende onderbouwd;
  • Werknemer is 54 jaar oud;
  • Betrekkelijk kort dienstverband van vijf jaar en zeven maanden;
  • Werknemer heeft naar behoren gefunctioneerd;
  • Geen financiële afvloeiingsregeling en geen begeleiding naar passend werk;
  • Uit de stukken blijkt dat de financiële resultaten van de werkgever niet goed waren en/of zijn;
  • Werknemer heeft een moeilijke positie op de arbeidsmarkt door de economische omstandigheden, leeftijd en medische klachten.

De werknemer vordert zowel inkomensschade(€ 276.622,18) als pensioenschade (€ 48.169,00). De kantonrechter volgt deze berekening niet en wijst er op dat werknemer de systematiek van de HSI-website www.hoelangwerkloos.nl geheel en al heeft miskend. De te verwachten werkloosheidsduur zou in maanden moeten worden uitgedrukt en niet in jaren: “Naar het oordeel van de kantonrechter kan [werknemer] niet gevolgd worden in de veronderstelling die ten grondslag ligt aan de door hem overgelegde berekening dat hij in de periode vanaf de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst tot de pensioengerechtigde leeftijd in het geheel geen inkomen uit arbeid verwerven zal. Daarnaast kan er allerminst, laat staan zonder meer, van uitgegaan worden dat [werknemer] in een situatie zonder de bewuste opzegging tot zijn pensioengerechtigde leeftijd in dienst zou zijn gebleven bij [werkgever], gelet op de problemen waarin de onderneming verkeerde en verkeert. Bovendien miskent [werknemer] ten aanzien van de schadebegroting geheel en al de systematiek van de HSI-website hoelangwerkloos.nl die in ieder geval bij benadering een inschatting mogelijk maakt van de in zijn situatie reëel te verwachten werkloosheidsduur. Die zou dan in maanden en niet in jaren uitgedrukt moeten worden. Verder dient ook om andere redenen rekening gehouden te worden met de magere financiële resultaten van de onderneming van [werkgever]. Die resultaten zijn zodanig dat er voor een vergoeding in de orde van grootte zoals gevorderd door [werknemer], geen ruimte bestaat. Gelet op het vorenstaande wordt als voor vergoeding in aanmerking te nemen materiële schade slechts een bedrag van € 5.000,00 bruto reëel geacht.” Ook in deze zaak verwijst de kantonrechter wederom naar de website van www.hoelangwerkloos.nl voor de onderbouwing van de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag.  Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 11 november 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4677

In dit arrest heeft het Hof (mrs. Chr. M. Aarts, C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden en P.P.M. Rousseau),  anders dan de kantonrechter, geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst van de 54 jarige werknemer kennelijk onredelijk was. Het Hof komt op basis van de volgende omstandigheden tot deze conclusie: (I) de werkgever kan een verwijt gemaakt worden van het ontstaan van het arbeidsconflict en de daarmee samenhangende arbeidsongeschiktheid (niet van het voortbestaan daarvan gedurende langere tijd), (II) de niet rooskleurige arbeidsmarktpositie door de leeftijd en een eenzijdig arbeidsverleden, (III) de lange duur van het dienstverband (ongeveer 40 jaar), (IV) het financiële nadeel van de opzegging, en (V) het ontbreken van een (geldelijke) voorziening. Ten aanzien van de schade overweegt het Hof: “Gezien de berekende kans op uitstroom naar een baan van 15% in de berekening van hoelangwerkloos.nl met een ten tijde van het ontslag in aanmerking te nemen werkloosheidsperiode van 2,5 maanden moet echter wel uitgegaan worden van een beperkte kans. Het hof zal daarom uitgaan van de maximale periode van werkloosheid gedurende de periode dat [appellant] een WW-uitkering zal ontvangen, te weten tot 19 mei 2016.” Ook stelt het hof een bedrag vast voor inkomensverlies na deze periode en pensioenschade.  Het Hof stelt gezien het aan de werkgever te maken verwijt met betrekking tot het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid de schadevergoeding vast op de helft van de totale schade (€ 23.000,-). Ook in deze zaak heeft de berekening van ‘Hoe lang werkloos?’ wederom een rol gespeeld bij de vaststelling van de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Kantonrechter Maastricht, 23 juli 2014, ECLI:RBLIM:2014:6242

In de zaak van 23 juli jl. vindt de kantonrechter te Maastricht (mr. H.W.M.A. Staal) de door de werknemer gegeven onderbouwing van de schade die hij als gevolg van de kennelijke opzegging zou hebben geleden, mager. De kantonrechter benadrukt in de uitspraak het belang van de tool ‘Hoe lang werkloos?’ bij de berekening van de schadevergoeding:  “Nu [eiser] naliet met hulp van het rekenmodel op de website ‘www.hoelangwerkloos.nl’ een statistische benadering te presenteren van de in zijn situatie ten tijde van opzegging te verwachten werkloosheidsduur, moet thans een inschatting gemaakt worden op basis van de zijnerzijds wel beschikbaar gestelde gegevens, hoe mager die ook zijn”. De kantonrechter baseert de schadevergoeding vervolgens op het inkomensverlies over een periode van minder dan een jaar, terwijl de werknemer deze over een periode van 2,5 jaar had gevorderd. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 13 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1334

In dit arrest heeft het hof (mrs. Chr. M. Aarts, C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden en M.G.W.M. Stienissen) nog alleen te oordelen over de (hoogte van de) vergoeding bij het door de werkgever kennelijk onredelijk gegeven ontslag (ongerechtvaardigd ontslag). De werknemer berekent zijn inkomensverlies over de volledige periode dat hij aanspraak kon maken op een werkloosheidsuitkering (24 maanden).  Het hof overweegt dat de door de werknemer gemaakte berekening  op www.hoelangwerkloos.nl het door de werknemer geschetste beeld bevestigt: “Verder heeft [appellant] aangegeven dat uit een door hem overgelegde berekening van het [instituut] Instituut kan blijken dat bij een verwachte werkloosheidsduur van 540 dagen een uitstroomkans bestaat van 68%. In die zin bevestigt die berekening, die naar het hof bekend is, is gebaseerd op een aantal economische gegevens en de daaruit voortvloeiende variabelen, het door [appellant] geschetste beeld”. Ook in deze zaak heeft de berekening van ‘Hoe lang werkloos?’ wederom een rol gespeeld bij de vaststelling van de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Kantonrechter Amersfoort, 29 januari 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:1445

In de uitspraak van 21 januari 2014 concludeert de kantonrechter (mr K.G.F. van der Kraats) dat de opzegging van de werknemer kennelijk onredelijk is, omdat sprake is van een valse reden. Uit getuigenverklaringen blijkt volgens de kantonrechter dat de werkgever ten tijde van het ontslag van de werknemer andere ex-werknemers heeft ingezet voor het verrichten van dezelfde werkzaamheden als werknemer. De kantonrechter overweegt dat dat ten tijde van het ontslag en ook nadien geen (structureel) tekort was aan werk en dat dus ook niet is vast komen te staan dat de arbeidsplaats van de werknemer is komen te vervallen. Het ontslag is dus gegeven vanwege een valse (niet bestaande) reden.  De kantonrechter komt vervolgens toe aan de vaststelling van de schadevergoeding. Mede op basis van de twee uitkomsten van hoelangwerkloos.nl, die de werkgever in het geding brengt, gaat de kantonrechter uit van 18 maanden werkloosheid. De kantonrechter vermenigvuldigt dit met het inkomensverlies van werknemer en wijst daarnaast een bedrag van € 5.000,- netto toe voor outplacement, omdat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen de deels arbeidsongeschikte werknemer te begeleiden naar ander werk. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Kantonrechter Assen, 21 januari 2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:199

De kantonrechter te Assen (mr. G.J.J. Smits) heeft in de zaak van 21 januari 2014 de vordering van werkneemster gebaseerd op het zogenaamde gevolgencriterium afgewezen. De kantonrechter bespreekt de relevante omstandigheden aan de hand van de gezichtspuntencatalogus, zoals onder andere door het Hof Arnhem geformuleerd (Hof Arnhem, 1 juni 2010, LJN BB6191). Bij de bespreking van de kansen van de werkneemster op het vinden van een andere baan, verwijst de kantonrechter naar de berekening van de verwachte werkloosheidsduur gemaakt op hoelangwerkloos.nl. De kantonrechter overweegt: “Gelet op de leeftijd en de werkervaring van [werkneemster] kan worden aangenomen dat zij op termijn weer werk zal kunnen vinden. Gegevens van de website hoelangwerkloos.nl ondersteunen dit uitgangspunt (ook al biedt dit natuurlijk geen garantie).”. De kantonrechter oordeelt na het bespreken van alle omstandigheden dat de gevolgen van het ontslag voor werkneemster aanzienlijk zijn, maar dat deze niet te ernstig zijn afgezet tegen het belang dat de werkgever heeft gehad bij het ontslag. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Kantonrechter Terneuzen, 29 mei 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:10231

In de op 8 januari 2014 gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (mr. C. Kool) van 29 mei 2013 verwijst de kantonrechter bij de afwijzing van de vordering op basis van kennelijk onredelijk ontslag naar de site hoelangwerkloos.nl. De werkgever zegt de arbeidsovereenkomst van een 37 jarige medewerkster schoonmaak op, omdat hij de exploitatie van zijn camping staakt. Als gevolg van beslissingen van de overheid diende de werkgever, de grond waarop hij zijn camping exploiteerde over te dragen aan de provincie Zeeland en heeft hij als gevolg daarvan besloten zijn bedrijf te beëindigen. De werkneemster heeft een kennelijk onredelijk ontslagprocedure gestart op basis van het zogenaamde gevolgencriterium. De kantonrechter meent dat er geen bijzondere omstandigheden zijn, die het ontslag kennelijk onredelijk maken. Volgens de kantonrechter was de beslissing om de exploitatie van de camping te staken begrijpelijk, de medewerkster nog betrekkelijk jong (37 jaar), haar stelling dat zij een verwachte werkloosheidsduur van drie jaar zou hebben onvoldoende onderbouwd en de financiële gevolgen van werkloosheid voor de eerste 510 dagen na ontslag beperkt . De kantonrechter verwijst ter ondersteuning van zijn oordeel expliciet naar de site van hoelangwerkloos.nl: “Zoals ter comparitie besproken, raadpleegde de kantonrechter de site hoelangwerkloos.nl. Op deze site is een berekening te vinden van de te verwachten duur van de werkloosheid en de kans op het vinden van ander werk op basis van gegevens van het bureau ArbeidsmarktResearch. Afhankelijk van de kwalificatie van het beroepsniveau van [eiser] als lager of elementair en de sector waarin zij werkzaam was (handel en horeca of zakelijke dienstverlening) varieerde de kans op uitstroom naar een baan van 65 tot 71% en de verwachte duur van de werkloosheid van 606 tot 656 dagen. De berekening gaat ervan uit dat [eiser] woont in Zeeland.”  De kantonrechter wijst de vordering van werkneemster dientengevolge af. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 24 december 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:6341

Het hof ’s-Hertogenbosch (mrs. C.M. Aarts, M. van Ham en C.E.C.J. Ponsioen)  past nu ook de berekeningsmethodiek van hoelangwerkloos.nl toe bij de berekening van de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag. In de zaak van 24 december 2013 heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst van een 45-jarige werknemer na een dienstververband van 24 jaar wegens langdurige arbeidsongeschiktheid opgezegd. De kantonrechter oordeelt dat het zwaartepunt van de verwijtbaarheid ten aanzien van het belemmeren van een voortvarende re-integratie bij de werknemer ligt en wijst de vordering af.

De werknemer gaat in hoger beroep en verlaagt zijn vordering van € 239.936,40 tot € 35.000,-. Het hof stelt voorop dat een werknemer mee dient te werken aan spoor 2 en dient in te gaan op redelijke voorstellen van de werkgever, als blijkt dat re-integratie binnen het bedrijf van werkgever niet mogelijk is. Dit kan volgens het hof niet zo ver gaan, dat van de werknemer kan worden verlangd dat hij daarbij akkoord gaat met directe beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Daarom was er geen sprake van een redelijk voorstel, waarop de werknemer ten onrechte niet is ingegaan. Het zwaartepunt van de verwijtbaarheid ligt volgens het hof dus niet bij de werknemer. Het hof oordeelt op basis van de beschikbare gegevens, waaronder een besluit van het UWV waarin zij de loonsanctie handhaaft omdat de werkgever de tekortkoming in de nakoming van haar re-integratieplichten nog niet heeft hersteld, juist dat werkgever niet adequaat aan haar re-integratie-verplichtingen in het kader van spoor 2 heeft voldaan. Het hof laat dit, mede gezien de zeer slechte positie van de werknemer door zijn geringe opleiding, eenzijdige werkervaring en (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid, zwaar meewegen en komt tot het oordeel dat het ontslag kennelijk onredelijk is.

De werknemer heeft zijn verwachte werkloosheidsduur berekend via hoelangwerkloos.nl. Deze komt op ongeveer 15 maanden. Hij heeft zijn schade (bestaande in het verschil tussen zijn laatstgenoten salaris en de WW-uitkering) over de eerste 15 maanden van de WW-periode berekend op een bedrag € 12.661,14 bruto. Werknemer stelt dat hij op basis van de berekeningsmethodiek van hoelangwerkloos.nl een kans van 52% heeft dat hij daarna nog werkloos blijft en hij heeft zijn schade over de resterende WW-periode berekend op een bedrag van € 5.386,74 bruto. Dit komt samen uit op € 18.047,80. Hij verhoogt dit bedrag vervolgens tot € 35.000,- (hier zit ook een bedrag in voor een eventuele terugval op bijstandsniveau, pensioenschade en immateriële schade).

Het Hof neemt bij de bepaling van de schadevergoeding alle omstandigheden mee, die hebben geleid tot de tekortkoming: de duur van het dienstverband, de zeer slechte positie op de arbeidsmarkt, en dat aan de andere kant niet is gebleken dat werkgever een verwijt treft van de arbeidsongeschiktheid van werknemer. Wel is de werkgever tekortgeschoten in haar re-integratieverplichtingen in het kader van het spoor 2-traject. Het hof sluit zich aan bij de door de werknemer gekozen aanpak van de begroting van de schade en wijst de schadevergoeding van € 18.047,80 bruto toe. Het meerdere wijst het hof niet toe nu de periode van 27 maanden werkloosheid volgens het hof moet worden beschouwd als de periode die redelijkerwijs nog geraakt wordt door het verwijt dat aan de werkgever gemaakt kan worden. Zie rechtspraak.nl voor de volledige tekst van de uitspraak.

Kantonrechter Hoorn, 29 april 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10138

In de op 29 oktober jl. gepubliceerde zaak van de kantonrechter te Hoorn (mr J.H. Gisolf) wordt de uitkomst van hoelangwerkloos.nl bij zowel de beoordeling van de redelijkheid van de opzegging als bij de vaststelling van de schadevergoeding gebruikt. Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst van de werknemer na een dienstverband van ruim 5 jaar wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. De werknemer voert aan dat het ontslag op basis van een valse of voorgewende reden en het gevolgencriterium kennelijk onredelijk is. De kantonrechter wijst de primaire grond af en oordeelt vervolgens dat gelet op de inkomensterugval door de werkloosheid en de verwachte duur van de werkloosheid (431 dagen en 67%), die via hoelangwerkloos.nl wordt vastgesteld, de gevolgen van de opzegging voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met de belangen van de werkgever bij de opzegging. Vervolgens stelt de kantonrechter de schadevergoeding vast op basis van de verwachte werkloosheidsduur, waarvan hij gelet op de kostenbesparing die de werkgever door het ontslag realiseert, de leeftijd van werknemer en de lengte van het dienstverband de helft van de schade aan werkgever toerekent. Zie rechtspraak.nl voor de gehele uitspraak.

Rechtbank Rotterdam 24 juli 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:6060

De rechtbank te Rotterdam heeft in de uitspraak van 24 juli 2013, waarin de opzegging van een statutair directeur kennelijk onredelijk werd geacht, geoordeeld dat in deze zaak geen beslissende betekenis toegekend kon worden aan alleen de te verwachten werkloosheidsduur, die door de werkgever op hoelangwerkloos.nl was berekend, omdat de kansen op uitstroom in een andere baan relatief laag waren (23% en 35% afhankelijk van de vraag van welke datum indiensttreding wordt uitgegaan). De rechtbank overweegt dat nu de uitstroomkans lager dan 50% is, de uitkomst van de te verwachten werkloosheidsduur gecorrigeerd dient te worden. De rechtbank acht vervolgens een schadevergoeding van € 100.000,- bruto redelijk, maar laat na te motiveren hoe zij precies tot dit bedrag komt. Zie rechtspraak.nl voor de gehele uitspraak.

Kantonrechter Hoorn 17 juni 2013, «JAR » 2013/187

De kantonrechter te Hoorn (mr P.J. Jansen) heeft in de goed gemotiveerde uitspraak van 17 juni 2013 (JAR 2013/187) de duur van de verwachte werkloosheid via hoelangwerkloos.nl berekend. De werkgever is in deze zaak tekort geschoten, omdat zij ondanks de leeftijd van de werknemer (57 jaar), de lengte van het dienstverband (bijna 28 jaar), de matige arbeidsmarktpositie en de inkomensachteruitgang na ontslag, geen financiële voorziening heeft getroffen ter compensatie van deze achteruitgang en de werknemer ook onvoldoende heeft begeleid bij het vinden van een andere baan. De kantonrechter is daarom van mening dat het ontslag kennelijk onredelijk is en begroot de schade op het verlies van inkomen over de redelijkerwijze te verwachten periode van werkloosheid. De kantonrechter stelt deze periode vast op basis van de twee uitkomsten van hoelangwerkloos.nl. Niet alleen de verwachte periode van werkloosheid (5 maanden), maar ook de relatief geringe kans op uitstroom naar een baan (26%) spelen volgens de kantonrechter hierbij een rol. De kantonrechter verdubbelt het aantal werkloosheidsdagen en gaat daarom uit van een verwachte werkloosheidsduur van 10 maanden in plaats van 5 maanden.

Kantonrechter Midden Nederland 22 mei 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:2677

Ook de kantonrechter van de rechtbank Midden Nederland (mr K.G.F. van der Kraats) heeft in de uitspraak van 22 mei 2013 de berekening van hoelangwerkloos.nl gevolgd om de verwachte werkloosheidsduur van de werkneemster te berekenen en op basis daarvan de schadevergoeding te bepalen. Hij acht de opzegging kennelijk onredelijk op grond van het gevolgencriterium. Gelet op de duur van het dienstverband, het feit dat de werkneemster altijd naar behoren heeft gefunctioneerd en het feit dat de reden voor de opzegging in de risicosfeer van werkgever ligt, had het op de weg van werkgever gelegen om voor de werkneemster enige voorziening te treffen om de gevolgen van het einde van het dienstverband te verzachten. De kantonrechter overweegt dat dit kan door middel van een financiële vergoeding, maar ook door werkneemster te begeleiden naar een nieuwe baan. Dit heeft de werkgever onvoldoende gedaan. De kantonrechter begroot vervolgens de schade via hoelangwerkloos.nl op een bedrag gelijk aan de aanvulling op een eventuele WW-uitkering gedurende 622 dagen. Dit komt neer op een bedrag van € 6.664,57 bruto. Zie rechtspraak.nl voor de gehele uitspraak.

Kantonrechter Enschede 7 mei 2013, «JAR» 2013/168

Verder heeft de kantonrechter te Enschede (mr E. de Groot) de berekening van hoelangwerkloos.nl expliciet toegepast om de werkloosheidsduur van de werknemer vast te kunnen stellen. De kantonrechter oordeelt eerst dat sprake is van kennelijk onredelijk ontslag, waarna zij bij de vaststelling van de schadevergoeding als volgt overweegt: “Volgens de rechtspraak van de Hoge Raad, in de arresten Van de Grijp/Stam (JAR 2009, 305) en Rutten/Breed (JAR 2012/72), dient bij de bepaling van de schadevergoeding met alle omstandigheden van het geval rekening te worden gehouden. De verwachte duur van de werkloosheid speelt daarbij, naast de mate van verwijtbaarheid, een belangrijke rol. Partijen verschillen over de verwachte werkloosheidsduur van mening. Werknemer gaat uit van 5 jaar, werkgever van 1 jaar. Teneinde tot enige “objectief” bepaalbare te verwachten werkloosheidsduur op het moment van beëindigen van de arbeidsovereenkomst te komen, heeft de kantonrechter gebruik gemaakt van de door prof. mr. E. Verhulp (Universiteit van Amsterdam/Hugo Shinzheimer Instituut) ontwikkelde rekenmethode, toegankelijk via www.hoelangwerkloos.nl. Voor werknemer komt de verwachte duur van werkloosheid volgens deze rekenmethode neer op 400 dagen met een kans op uitstroom naar een andere baan van 62%. De kantonrechter zal uitgaan van 15 maanden werkloosheid, nu het uitstroompercentage slechts 62% bedraagt.”

Kantonrechter Midden Nederland 30 januari 2013, LJN BZ1018

In deze kennelijk onredelijk ontslagzaak heeft de kantonrechter de berekening van hoelangwerkoos.nl gebruikt voor de berekening van de schadevergoeding die wegens de kennelijke onredelijkheid aan de werkneemster toekomt. Het valt op dat de kantonrechter in deze zaak tamelijk eenvoudig tot de conclusie komt “dat de getroffen voorzieningen voor [eiseres], mede gelet op de lengte van het dienstverband en de leeftijd van [eiseres], te mager zijn en dat er een onevenredigheid gelegen is in de belangen van de werkgever en [eiseres], in het nadeel van de [eiseres] ” en daarmee de opzegging kennelijk onredelijk acht. Op grond van de berekening van de werkloosheidsduur, die met behulp van deze site wordt vastgesteld, wordt vervolgens de aan de werknemer toekomende vergoeding bepaald. Zie rechtspraak.nl voor de gehele uitspraak. 

Kantonrechter Rotterdam 14 december 2012, LJN BY6325

Dit is de eerste zaak waarin de kantonrechter voor de bepaling van de hoogte van de kennelijk onredelijk ontslagvergoeding naar de berekening van de werkloosheidsduur van Arbeidsmarktresearch BV (voorloper van hoelangwerkloos.nl) verwijst, zie hiervoor rechtspraak.nl.

Ontbinding

Voor zover bekend is de berekening één keer door een kantonrechter betrokken in de overwegingen ten aanzien van de bepaling van de hoogte van de vergoeding. In zijn beschikking (die zo zeer geanonimiseerd is aangeleverd dat geen nadere vindplaats gegeven kan worden) van 27 juli 2011 overweegt de kantonrechter te Leiden (mr Mulder) dat de berekening voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding bij ontbinding niets zegt en wel als volgt:

“Ook de subsidiair aangeboden vergoeding kan de toets der kritiek niet doorstaan. Deze gekapitaliseerde suppletieregeling heeft als uitgangspunt de suppletie op de WW-uitkering uitgaande van de fictie dat de werknemer, gegeven haar specifieke omstandigheden, naar verwachting 677 dagen werkloos zal zijn. Deze fictie steunt op een (….) berekening van ArbeidsMarkt Research B.V, (…) waarin de verwachte werkloosheidsduur is ‘berekend’. De kantonrechter heeft op basis van gezond verstand de nodige kriebels bij een dergelijke berekening van de gemiddelde duur van de werkloosheid en de kans op uitstroom naar ander betaald werk. Voorts leent die benadering zich wellicht in geval van een schadeberekening bij kennelijk onredelijk ontslag maar niet in een procedure als de onderhavige, waarbij toepassing van de landelijke kantonrechtersformule meer voor de hand ligt. “